Oefening “Wat zit mij dwars?”

Soms voelen we ons bang, gespannen of verdrietig, en dat komt niet altijd door wat er precies gebeurt. Het heeft eigenlijk meer te maken met hoe we denken over wat er gebeurt. Onze eigen gedachten zorgen ervoor dat we ons zo voelen, niet alleen de gebeurtenis zelf.

Als je vaak erg gespannen of bang bent, kan het slim zijn om goed na te denken over welke gedachten je dan hebt en hoe die je laten voelen. Omdat onze gedachten vaak super snel en automatisch in ons opkomen, kan het handig zijn om het schema hieronder te gebruiken. Dat kan je helpen om uit te zoeken waar die gevoelens precies vandaan komen.

Zo doe je dat:

  • Stap 1: Pak een pen en papier. Schrijf nu als eerste op welke gebeurtenis ervoor heeft gezorgd dat jij je somber, gespannen of angstig hebt gevoeld (“Zittend in de wachtkamer voor een sollicitatiegesprek”).
  • Stap 2: Bedenk nu welke overtuigingen en gedachten jij had als gevolg van de gebeurtenis die je hiervoor hebt opgeschreven. Probeer dit op te schrijven in de vorm van een korte zin (“Ik ben niet goed genoeg voor deze functie”). Probeer het voor deze oefening te beperken op maximaal 6 korte zinnen.
  • Stap 3: Bedenk nu vervolgens welke gevoelens jij had als gevolg van de gedachten en/of overtuigingen die je hiervoor hebt opgeschreven (“Ik werd onzeker”).
  • Stap 4: Bedenk nu wat het gevolg van je gedachten en gevoelens was op je gedrag. Ben je er beter van geworden of werd je taak juist moeilijker. Heb jij je maximaal kunnen inzetten of ben je vermijdingsgedrag gaan vertonen? (“Ik begon te stotteren en kwam totaal niet in het gesprek”).

Het onderzoeken van je schema

Vaak staan we met name stil bij een gebeurtenis die ervoor zorgt dat we ons minder voelen of bij het gedrag dat we zien. De oplossing schuilt echter meestal daartussen in de gedachten en gevoelens die jij hebt als reactie op een gebeurtenis en door het gedrag dat volgt uit die gedachten en gevoelens. Kijk daarom aan de hand van onderstaande punten of je wat kan doen aan die gedachten en gevoelens.

  1. Ga op zoek naar waar jouw uitdaging ligt. Zijn dat je gedachten of je gevoelens? Merk je bijvoorbeeld dat je prima kunt omgaan met de gedachten, maar dat je hevige gevoelens de grootste rol spelen bij je gedrag? Merk je juist dat je gedachten de boosdoener zijn, kijk dan of je wat kan hebben aan Mindfulness.
  2. Vraag jezelf eens af of je gedachten ook kloppen. Onze gedachten hebben een grote invloed op ons gedrag maar zijn niet per se altijd waar. Spiegel je gedachten daarom ook eens aan feiten (“Ik hoef niet te twijfelen over deze baan want ik heb de juiste diploma’s”) of aan successen (“Ik heb vaker deze taak gehaald”).
  3. Bedenk welk gedrag jij graag in de toekomst zou willen hebben en bedenk welke gedachten en gevoelens daar dan bij zouden horen. Je vult als het ware het schema in omgekeerde volgorde in, waarbij je begint met je ideale gedrag. Onthoud vervolgens de gedachten die ‘helpen’ bij je toekomstige gedrag, zodat je die kan gebruiken wanneer dat nodig is.

Meer doen met gedachten? Download dan hier een handige hand-out die je overal kunt gebruiken!